Een visie op ontwikkelingssamenwerking
home info publicaties zoeken



Status: Klaar, nog controleren     Laatste (geregistreerde) bijwerking: 2023-03-17   




Een visie op ontwikkelingssamenwerking


Dit artikel (daterend van 1993 of eerder) maakt deel uit van het thema "Wij, de eerste wereld" *


Voorwoordje:
De tekst is geschreven in het kader van een beleidsnota voor Ieperse ontwikkelingssamenwerking. Voor het opstellen van deze beleidsnota schreven we met een aantal mensen diverse teksten over diverse aspecten van de derde wereld. De diverse teksten (waarvan deze tekst er een van is) werden dan besproken zodat we tot één gemeenschappelijke nota kwamen. Het allereerste onderwerp was een visie op ontwikkelingssamenwerking.


Wanneer we over ontwikkelingssamenwerking spreken is het uiteraard belangrijk dat we heel goed weten wat we hieronder verstaan. Het woord zelf bestaat uit twee delen met name 'ontwikkeling' en 'samenwerking'. Ontwikkeling is een begrip dat vele ladingen dekt. Wat voor ontwikkeling willen wij? Willen wij bijvoorbeeld dat in China, met zowat 1 miljard inwoners, één Chinees op vier een auto heeft, zoals dit bij ons het geval is? Willen wij dit of willen wij dit niet? In feite hoeft de vraag niet eens gesteld te worden: het kan gewoon niet, dit om ecologische redenen. Hebben de Chinezen dit recht dan niet? Of hebben wij dit recht niet? De vraag dient herhaalt: wat voor ontwikkeling willen wij? En -even belangrijk- wat voor ontwikkeling willen zij? Wat is ontwikkeling? Even in het achterhoofd de idee aanhouden van één auto op vier, dit voor de ganse wereldbevolking.
Gandhi * zei:

The world is big enough for everybody's need, but not for everybody's greed.
(De wereld is groot genoeg voor ieders behoefte, maar niet voor ieders hebzucht.)

Indira Gandhi * zei:

De mensen van India, hoe arm ze ook zijn, hebben een bepaald soort wijsheid, een innerlijke kracht, die afkomstig is uit onze spirituele traditie. Ik zou graag zien dat ze die kwaliteit, die bijzondere persoonlijkheid behouden terwijl ze zich bevrijden van hun armoede.


Opnieuw Mahatma Gandhi:

Armoede is de ergste vorm van geweld.


Deze visies van Mahatma Gandhi en Indira Gandhi steken schril af tegen de idee van één auto op vier voor de ganse wereldbevolking. Onze Westerse waarden -waaronder het materialisme- kunnen in vraag gesteld worden. Wellicht is dit niet de bedoeling. Wel is duidelijk dat onze Westerse levensvisie lang niet de enige is. Ook dient de vraag gesteld te worden of onze visie zoveel beter is dan bijvoorbeeld de Indische visie. Mahatma en Indira Gandhi indachtig is het antwoord op deze vraag ongetwijfeld: nee. Als onze visie niet noodzakelijk beter is, dan geeft dit tot gevolg dat elke vorm van opdringen van welk model dan ook uit den boze is.
Hiermee is de vraag: 'wat is ontwikkeling?' nog steeds niet beantwoord. Dient ze wel beantwoord te worden? Wanneer wij, als Westerse mensen, deze vraag beantwoorden dan is dit ontegensprekelijk onze visie. Van dit antwoord vertrekkend zou ongetwijfeld bevoogding met zich meebrengen. De conclusie kan dan ook niet anders zijn dan: wij kunnen de vraag alleen voor onszelf beantwoorden, maar verder kunnen wij niet gaan; dit terwijl andere volkeren de vraag voor hen beantwoorden.

Echte samenwerking is pas mogelijk wanneer wij de vraag 'wat is ontwikkeling?' voor onszelf beantwoorden en naar de anderen luisteren hoe zij de vraag voor hen beantwoord hebben. Alleen dan is er wederzijds een stevige en gezonde basis om een echte samenwerking op te bouwen, alleen dan kunnen de mensen in de derde wereld "hun persoonlijkheid behouden terwijl ze zich bevrijden van hun armoede" (Indira Gandhi). Ontwikkeling is vooral een opgave. Mahatma Gandhi verwoorde het: "armoede is de ergste vorm van geweld"; hier is geen ruimte voor afzijdigheid. Ontwikkelingssamenwerking is geen vrome wens, geen levensbeschouwing, ideologie of wat dan ook; het is een heel concrete opgave die boven levensbeschouwing en ideologie uitstijgt en waar hard aan dient gewerkt te worden.

top



Printvriendelijk